kc woong X SLAUERHOFF
ALBATROS
alleen den albatros heeft rust
alleen schreeuwend naar de bleke kust
op deze plek waar niemand verzeilen wil
alleen hij, hij doet zijn zin
t kan hem niet schelen
hij gaat niet wenen
voor diegenen die
die gestrand zijn
op de kustlijn
hun vergaan verdriet
raakt hem niet
alleen het schip dat niet uitvaart
alleen dat, dat blijft gespaard
de bange stuurman die leven wil
alleen hij, blijft met tegenzin
het brakke water
wenkt verraderlijk
er helpt geen zegening
windvlaag en stormen
hier en morgen
hij verliest zichzelf erin
geen gewin
niemand krijgt zijn zin
den albatros t voorteken
het gebeente van de schepen
door scherpgeslepen rotsen
hun buik opengereten
het eiland getekend
met kruisen gemarkeerd
we hebben niets geleerd
tekst: kc woong met isabel goethals
muziek: kc woong
J. SLAUERHOFF
HET DOODENEILAND
Geen ankerplaats, geen monding van een beek.
De sloep bleef steken in een modderkreek.
De bosschen dorren, leven op vergane
Uit eigen vroeger loof gevallen blaren.
Hun takken storten uit gestorven boomen
In beddingen, van uitgedroogde stroomen,
Waar de oevers uit gebleekte beendren steken,
Die bij een windvlaag - of bij 't langsgaan - breken.
Wind gaat lijkkleurig van het zerkenstof,
Kan niet van 't eiland af, een doodenhof,
Dat diep de bodem van de zee doortrekt
En deze ver-om aandoet met bederf.
Aasvogels blijven mijlen uit de kust;
Alleen de albatros, die enkel rust
Op ra’s van schepen, varend naar hun schipbreuk,
Strijkt neer en krijscht, zijn doodsroep maakt geen inbreuk.
Honderd jaar geleden debuteerde dichter en scheepsarts J. Slauerhoff met zijn dichtbundel Archipel. Slauerhoff wist hierin als geen ander een brug te slaan tussen poëzie en het leven aan boord. Zijn gedichten balanceren op het snijvlak van romantiek en zwaarmoedigheid in de vorm van heimwee, een toon die lezers nog altijd aangrijpt en een rijke bron van inspiratie biedt voor jonge makers. Om deze inspiratiebron te benutten, en om Slauerhoffs gedichten naar het heden te brengen, voeren veertien makers uit naar het eiland Archipel in het Grevelingenmeer. Daar, in de voetsporen van Slauerhoff, brachten zij vierentwintig uur in isolatie door. Hier maakten zij ieder een nieuw, origineel werk bij een van de gedichten uit Archipel. Hun muziek, poëzie en beeld plaatsen de originele gedichten in een nieuwe context; ze bevragen en onderzoeken de werken en brengen zo nieuwe kanten en mogelijkheden van Slauerhoffs poëzie aan het licht.
https://www.hetmoet.com/slauerhoff
https://www.hetmoet.com/product-page/archipel-j-slauerhoff-en-14-anderen
ISABEL GOETHALS
DOODENEILAND
Het lag voor haar
in het verschiet,
het einde, het begin
en het vastlopen tussenin
uitstel en afstel.
In deze kamer met uitzicht,
verzonken in het zand van opgedroogde dromen
verstilt de tijd.
Gekrijs verdooft haar zinnen.
De woorden
stroom
gestold,
stokt,
haar adem.
Of het uitmaakt, waar je schrijft, vroegen wij ons af. Slauerhoffs waarneming werd gekleurd door zijn fysieke en gemoedstoestand. Mijn gemoedstoestand werd die dag bepaald door het idee van zijn waarneming. Het Grevelingenmeer werd de Styx, De Vrijbuiter werd Charon de veerman en ik iemand met meer einde dan begin in zich.